This website uses features that your browser doesn't support. Please upgrade to a recent version of your browser.



Topstukken tour



Al sinds 1452 is de Grote Kerk het middelpunt van Zwolle. Sinds die tijd heeft de kerk een gigantische rijkdom verzameld aan prachtige objecten, maar ook prachtige verhalen. In deze tour nemen we je mee langs de topstukken en de mooiste verhalen die Academiehuis Grote Kerk te bieden heeft.



Begin de tour voor de deuren van de noordelijke ingang (de ingang vanaf de Grote Markt).

Loop naar nummer 1



Verhalen onder de grond

Wanneer je Academiehuis Grote Kerk binnenloopt is er gelijk veel om naar te kijken. Grote pilaren die een rijkelijk versierd gewelf ondersteunen, een preekstoel die in het midden van de ruimte staat en een gigantisch orgel. Maar kijk, voordat je de rest bewondert, eerst eens naar beneden. Want misschien nog wel de meest verhalen zijn onder die grote stenen te vinden.

Van de 15e tot in de 19e eeuw werden mensen hier begraven. Waar je werd begraven was afhankelijk van een paar elementen. Hoe rijk je was en je sociale status. Hoe dichter bij het hoogaltaar je werd begraven, hoe belangrijker je was. Het hoogaltaar werd namelijk als de meest heilige plek in de kerk gezien.

Prijzen begraafplaatsen

Zo is bijvoorbeeld de beroemde kunstenaar Gerard ter Borch samen met zijn familie hier begraven. Zijn grafsteen is naast de noordelijke ingang te zien. Daarnaast zijn er nog veel meer mensen met bijzondere verhalen hier begraven.

Hoewel hij hier niet begraven is, gaat een van die verhalen over Joan Derk van der Capellen. Een man die beschouwd werd als de grondlegger van de patriottenbeweging. 

In eerste instantie lijkt van der Capellen niet bij dit verhaal te passen, aangezien er geen zerk van hem te vinden is in het Academiehuis. Alleen destijds waren zijn aanhangers van mening dat hij wel een grafmonument in de Grote Kerk verdiende. 37.500 gulden werd er betaald aan de Italiaanse kunstenaar Giuseppe Geracchi. Geracchi heeft het grafmonument gemaakt, maar het is nooit in Zwolle aangekomen. 



Verschillende keren is geprobeerd het grafmonument van Joan Derk van der Capellen naar Zwolle te halen. Alle pogingen zijn helaas mislukt. Wie de beelden graag wil zien zou ervoor naar Rome moeten gaan. Want daar staat, in meerdere delen, het grafmonument van Joan Derk van der Capellen in de tuinen van de Villa Borghese.  





Tegenwoordig is het terugvragen en teruggeven van kunst een hot topic. Westerse musea die geroofde kunst teruggeven aan het land van herkomst. Of musea, zoals het British Museum, die daar juist liever niet aan meewerken.

Vind jij dat het grafmonument van Joan Derk van der Capellen hier ook een voorbeeld van is? Of gaat dit om een andere kwestie? 

Loop naar nummer 2

Kostbare tijd



Deze klok had een functie die wij allemaal tot op de dag van vandaag nog wel eens gebruiken. Namelijk die van een timer. Wanneer er vroeger dominees in de kerk kwamen prediken, hadden ze een uur de tijd voor de preek. Deze klok hield dat voor ze bij. Wanneer het uur voorbij was, sloeg de kleine Michaël, die op de klok staat met zijn zwaard tegen de bel. Als de dominee nog niet klaar was met zijn preek, moest hij een boete betalen.

Iemand die zich een stuk minder zorgen maakte over die boete, was predikant Henricus Oort. Henricus Oort is predikant geweest van Hoogeveen, Zwolle en daarna Rotterdam. Tijdens zijn tijd als predikant in Zwolle (1802 – 1806) ging hij geregeld over zijn uur heen. Hij hoefde alleen niet de boete te betalen. Dit werd gedaan door mevrouw Podt, een van zijn ‘fans’. Blijkbaar vond zij het niet zo erg om te moeten betalen als dat betekende dat ze langer naar haar favoriete dominee kon luisteren.  



Loop naar nummer 3

Oude verhalen nieuwe problemen



Kijk eens door het rooster langs de muur naar beneden. Misschien lijkt het in eerste instantie niet heel bijzonder, maar wat je hier ziet is een stuk van de oudste muur van Zwolle. Voordat de Grote Kerk hier kwam te staan, stond op dezelfde plek een kleinere Romaanse kerk. Wanneer deze kerk precies gebouwd is, is lastig in te schatten. Waarschijnlijk was dit rond het jaar 765.



De eerste keer dat de Romaanse kerk benoemd werd, was in een oorkonde uit het jaar 1040. In deze oorkonde schenkt de Utrechtse bisschop Bernard de kerk aan het kapittel van de heilige Lebuïnus in Deventer. Een kapittel is een bestuur bestaande uit geestelijken. Later bleek alleen dat deze oorkonde vervalst was. Ondanks dat de oorkonde zelf vervalst was, is uit andere documenten wel gebleken dat de Romaanse kerk in het jaar 1040 aan het kapittel van de heilige Lebuïnus is geschonken. 

Vervalsing is door de eeuwen heen altijd al een probleem geweest. Daarnaast zal het waarschijnlijk ook altijd een probleem blijven. Of het nou gaat om een oorkonde die vervalst is of schilderijen die nagemaakt blijken te zijn. Er zijn veel verschillende manieren. De vervalsingen waar we tegenwoordig steeds meer mee te maken hebben, zijn deepfakes. Deepfakes zijn vaak video's van bekende mensen die dingen doen of zeggen die ze nooit hebben gedaan of gezegd. Deze technologie wordt steeds beter, waardoor het ook steeds lastiger wordt om deepfakes te onderscheiden van de werkelijkheid. 

Loop naar nummer 4

Religie in beweging



Naast dat dit koorhek een prachtig kunstwerk is om naar te kijken, staat het symbool voor een gebeurtenis waar heel Nederland mee te maken heeft gehad. Dit koorhek is geschonken door de gilden van Zwolle en geplaatst in 1597. Een koorhek had als functie om het koor van de rest van de beuk af te scheiden. In dit geval een hek die het hoogkoor van de middenbeuk afscheid. Waarbij het koor het achterste gedeelte is van de beuk. Het koorhek is gemaakt door beeldhouwer Swier Kistemaker. Maar voordat het koorhek hier stond, stond hier achter het hoogaltaar. 



Het hoogaltaar is de meest heilige plek in een katholieke kerk. Maar toen in 1580 de beeldenstorm ook naar Zwolle kwam, is het vernield. Het koorhek staat daarom deels ook voor de overgang die vele kerken in Nederland in die periode hebben doorstaan. Van katholieke naar protestantse kerk. Op het koorhek zie je drie panelen met tekst. Op het linker- en rechterpaneel staan de tien geboden. Op het middelste paneel is het ‘Onze Vader’ geschreven. 

Religie is zo oud als de mensheid zelf. En met dat de mensheid verandert en ontwikkelt, doet religie dat ook. Kijk alleen al naar het gebouw waar je nu in staat. Van katholieke kerk naar protestante kerk tot het Academiehuis zoals het nu is. Veel kerken in Nederland komen leeg te staan en krijgen een nieuwe invulling. In 2023 ging dit bijvoorbeeld om 61 kerken. Een nieuwe invulling kan weer religieus zijn, maar kan ook, net zoals hier of bij de Broerenkerk, om iets heel anders gaan. 

Hoort naar jouw idee een leegstaande kerk weer een religieuze invulling te krijgen? Of maakt dat niet uit?

Loop naar nummer 5



Warm en koud

Net zoals de invulling van een heel kerkgebouw kan veranderen, heeft deze ruimte ook veel verschillende functies gehad. Een van die verschillende functies was als plek waar een overledene werd opgebaard in afwachting van de begrafenis. Tussen de twee ramen boven de kaarsjes zit een nisje. Wanneer iemand hier werd opgebaard, werd er in dat nisje een kaarsje aangestoken. 



Deze ruimte is ook gebruikt voor iets compleet anders, namelijk als stovenhok. Voordat de kerk elektrisch verwarmd kon worden, werd het flink koud. Vooral wanneer je stil zat om naar de preek te luisteren was dit lastig vol te houden. Onderdeel van het personeel van de kerk waren daarom ook stovenzetsters. Deze vrouwen warmden kooltjes op die ze in een stoof plaatsten. Deze stoof kon je kopen voor een paar cent en tijdens de dienst je voeten aan opwarmen. 

Het beroep van stovenzetster was niet voor iedereen weggelegd. Strenge eisen werden gesteld aan de vrouwen die elke zondag de stoven vulden en verkochten. De vrouwen mochten geen lawaai maken en alleen de stoven rondbrengen tijdens het zingen. Ook mochten ze geen kritiek hebben op de koster of de kerkmeester. Als een van de regels wel overtreden werd, werden ze ontslagen. 



Loop naar nummer 6



Ondankbaar werk

De kansel is misschien wel een van de meest indrukwekkende kunstwerken die hier in de Grote Kerk te zien is. De kansel, of de preekstoel, is volledig van eikenhout gemaakt en meer dan vier meter hoog. Het is daarmee ook de op een na hoogste preekstoel van Nederland. De maker, Adam Straes, heeft vijf jaar gewerkt aan het kunstwerk en dat is ook terug te zien. Aan de achterkant van de preekstoel zie je traptreden. In die traptreden heeft Straes de jaartallen gekerfd waarin hij aan de preekstoel heeft gewerkt. Op de bovenste trede staat de tekst ‘Zolang heb ik gewerkt’. 

Verschillende kunstboeken spreken vol lof over de preekstoel van Adam Straes, maar ondanks de tijd, energie en het vakmanschap dat Straes in de preekstoel heeft gestopt, werd zijn werk door zijn werkgever niet gewaardeerd. De kerkmeesters betaalden hem 2.500 gulden voor zijn werk en waren daarnaast ook niet blij dat hij langer had gewerkt dan het van tevoren afgesproken jaar. Maar niet alleen de kerkmeesters waren ontevreden. Adam Straes zelf was ook niet blij met zijn werkgever. Daarom schreef hij onder de kuip van de preekstoel de volgende tekst:

ALLE GOEDÉ KONSTÉ FY, SYN DUYSTER ENDE BLINT, BYDÉ PLOMPÉ SOTTÉ FYNY, DIET ALGÆR WEL VERSINT

Vrij vertaald staat hier: Alle goede kunsten zijn duister en blind voor de lompe dwazen die alles verkeerd begrijpen. Wanneer je tussen de spijlen doorkijkt van het hek dat om de preekstoel staat, kun je op de voet van de preekstoel de gedichten zien staan.



Loop naar nummer 7

Vuur en vlam

Bovenaan de trap, door de twee grote deuren, vind je de consistorie. Een ruimte die vroeger werd gebruikt door het kerkelijke bestuur om in te vergaderen. Het is helaas niet altijd mogelijk om naar binnen te gaan, maar als de deuren open zijn, ben je welkom. Een van de eerste dingen die je ziet wanneer je naar binnen loopt, is een groot schilderij. Hierop zijn de predikanten afgebeeld die tussen 1681 en 1690 in de Grote Kerk actief waren. 

Maar deze ruimte is niet altijd onderdeel geweest van de kerk. Vanaf ongeveer het jaar 1406 stond op deze plek een toren die ver boven de Peperbus uitstak. De toren, die bepalend was voor de skyline van Zwolle, heeft het alleen zwaar gehad. In 1548, 1606 en 1666 slaat de bliksem in. De toren gaat verloren. Na ook nog een brand stort de toren uiteindelijk in 1682 in.



Hoe goed we ons erfgoed tegenwoordig ook beschermen, er kan altijd iets misgaan. Een van de misschien wel bekendste voorbeelden hiervan is de Notre-Dame die in 2019 afbrandde. Na de brand werd er meer dan 800 miljoen euro ingezameld voor de herbouw van het gebouw. Vijf jaar later opende de Notre-Dame alweer voor publiek.  





Ook hier in Zwolle zijn meerdere gesprekken en projecten geweest over de verloren toren van de Grote Kerk. Sommigen zijn van mening dat de toren herbouwd moet worden. Anderen vinden dat er iets compleet nieuws voor in de plaats moet komen. Een andere groep is van mening dat er helemaal niks mee gedaan moet worden. Wat vind jij?  



loop naar nummer 8



Schnitgerorgel

Ondanks dat het Academiehuis gevuld is met mooie en bijzondere objecten en verhalen, is het orgel misschien toch wel het meest bijzondere onderdeel. Het Schnitgerorgel is het grootste Barok orgel van Europa en ook wereldberoemd. Het ontwerp voor het orgel is gemaakt door Arp Schnitger, nadat het vorige orgel door het instorten van de toren kapot is gegaan. 

In eerste instantie ontwierp Arp Schnitger een orgel met ongeveer 3000 pijpen. Alleen kort nadat hij klaar was met het ontwerp, stierf hij. Zijn zoons Frans Casper en Johan Georg gingen verder met zijn werk en breidden het originele ontwerp uit. De twee broers bouwden uiteindelijk het orgel dat je hier ziet, met vier klavieren, 64 registers en 4400 pijpen. 

In 1721 waren Frans Casper en Johan Georg klaar met de bouw van het orgel en kon het in gebruik genomen worden. Een van de vele organisten die door de jaren heen hier in de Grote Kerk op het orgel heeft gespeeld, was J.G. Nicolai. Nicolai kwam oorspronkelijk uit Duitsland en was vanaf 1775 organist van de Grote Kerk. Een van zijn taken als organist was om twee keer per week, wanneer er geen dienst was, de bezoekers van de kerk te vermaken met een zogenaamd ‘wandelconcert’. Elke dinsdag en vrijdag bespeelde hij het orgel van 4 tot 5. Iets wat tegenwoordig nog steeds in het Academiehuis gebeurt tijdens de marktconcerten op zaterdag. Deze marktconcerten worden alleen momenteel niet gespeeld op het Schnitgerorgel.



Het Schnitgerorgel wordt namelijk gerestaureerd. Een grote onderneming wanneer het gaat om een instrument van dit formaat. Daarnaast komen er veel verschillende factoren kijken bij het restaureren van een historisch kunstwerk. Zoals bijvoorbeeld een onderzoek naar de originele kleurstelling en de juiste stemming van het instrument.

Restauraties kunnen soms voor veel ophef zorgen. Zoals bijvoorbeeld bij de restauratie van het beroemde schilderij Lam Gods in de Sint-Baafskathedraal in Gent. Wanneer een kunstwerk, gebouw of ander kunstobject wordt gerestaureerd, zijn er natuurlijk altijd verschillende meningen. Een van de aspecten die daarbij komt kijken is bijvoorbeeld de historische waarde van het object. Beschadigingen worden hersteld en het object naar de originele staat teruggebracht, maar die beschadigingen zijn daarnaast soms ook al honderden jaren onderdeel van het kunstobject.

Vind jij dat de historische waarde van een kunstwerk veranderd wanneer het wordt gerestaureerd?  

Het volgende onderdeel is helaas niet bereikbaar. Hiervoor hoef je dus niet naar een specifieke locatie te lopen.

De eerste balgentreedster

Om een orgel geluid te kunnen laten maken, heb je veel lucht nodig die door de orgelpijpen heen stroomt. Dit gebeurde in een speciale kamer die achter het orgel te vinden is. Namelijk in de balgenkamer.

In de balgenkamer staat een kleinere houten ruimte. In deze ruimte zijn 12 grote balgen te vinden die gemaakt zijn van schapenhuiden. Een balg is een soort grote zak die zich kan vullen met lucht. Deze zakken kunnen in- en uitgeblazen worden doormiddel van 12 lange balken. Wanneer iemand op een van de balken staat, vult de balg zich met lucht, waarna de lucht naar het orgel toe stroomt.



Naast de organist, die het orgel zelf bespeelde, waren er dus ook mensen nodig om deze balken in te trappen en het orgel van lucht te voorzien. Toen het Schnitgerorgel in 1721 werd voltooid, was dat Maria Lauws die deze bijzondere baan vervulde. De eerste balgentreedster van de Grote Kerk.

Maria Lauws woont met haar gezin vanaf 1719 in een huis in de Papenstraat, op steenworp afstand van hier. Destijds zit tussen de Papenstraat en de Grote Kerk een begraafplaats. Een plek waar Maria Lauws veel van haar eigen kinderen heeft moeten begraven.

Ondanks dat Maria Lauws het niet makkelijk heeft gehad, doet zij haar werk wel goed. Toch besluit het stadsbestuur dat, als Maria stopt met haar werk, een man haar baan moet overnemen.



loop naar nummer 9

Latijnse banken

Deze banken zijn gemaakt rond 1750 en stonden oorspronkelijk niet hier in het Academiehuis. Ze waren namelijk gemaakt voor de Latijnse school. De Latijnse school bestond in Zwolle al vanaf het jaar 1374. Arme en rijke kinderen van binnen- en buitenland kwamen naar Zwolle om te studeren aan deze school. Hier kregen zij les in vakken zoals rekenen, muziek en natuurlijk Latijn. 

De school werd voornamelijk beroemd onder leiding van directeur Johan Cele. Hij bracht destijds aanpassingen aan in het onderwijs die nog lang herkenbaar zouden blijven. Zo verdeelde hij de leerlingen in acht verschillende klassen. De laagste klassen kregen les in bijvoorbeeld lezen en schijven. De hoogste klassen werden voorbereid op een universitaire studie. De kinderen die naar de Latijnse school gingen, waren tussen de zeven en vijftien jaar oud. 

Op de Latijnse school werd speciale aandacht gegeven aan de Latijnse taal. Latijn was destijds namelijk de internationale taal van de kerk en de wetenschap. Johan Cele wordt daarentegen gezien als een succesvolle directeur, mede door de vele buitenlandse studenten die naar zijn school kwamen.

Tegenwoordig wordt veel van het onderwijs in het Engels gegeven en zijn er steeds meer internationale studenten die in Nederland komen studeren. Alleen nu is lang niet iedereen daar blij mee. Zo wordt er ook wel gesproken over de ‘verengelsing’ van het hoger onderwijs. Door sommigen wordt deze ‘verengelsing’ zelfs gezien als gevaar voor de Nederlandse taal.

Is de ‘verengelsing’ van het onderwijs naar jouw idee een slechte ontwikkeling? Vormt het een gevaar voor de Nederlandse taal? 



Stadskerken waren in de middeleeuwen de belangrijkste ontmoetingsplek van de stad. Hier kwamen mensen bij elkaar voor feesten, begrafenissen, markt en natuurlijk de dienst. Maar deze betekenis van ontmoetingsplek zijn veel stadskerken in de afgelopen jaren gedeeltelijk of volledig verloren. 

 Academiehuis Grote Kerk geeft de Grote Kerk weer de functie die het had. Een plek waar iedereen bij elkaar kan komen. Om een boek uit te zoeken; een hapje of drankje in het café te doen; een tentoonstelling te bezoeken; of om een van de vele evenementen bij te wonen die er het hele jaar door worden georganiseerd. Op die manier zorgen wij ervoor dat er voor alle mensen uit Zwolle en omgeving iets te vinden en te doen is in Academiehuis Grote Kerk.





Moe geworden van de tour? Bestel wat te drinken en/of te eten bij ons café 'het Zuidkoor' en rust uit. Of ga op zoek naar je volgende boek in onze boekenmarkt. Beviel de tour goed? Volg een van onze andere tours of vraag bij de balie de audiotour van het Grootste Museum van Nederland aan. Ook voor een interactieve tour voor kinderen kun je bij de balie terecht.

Bronvermelding foto's:

Header: Diana van Dijk Zerken: Gerard van der Sluijs  Joan Derk van der Capellen tot de Pol: Rijksmuseum Rosseta stone: Door © Hans Hillewaert, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=3153928 Klok: Gerard van der Sluijs Henricus Oort: Rijksmuseum Salvador Dalí. The Persistence of Memory. © 2025 Salvador Dalí, Gala-Salvador Dalí Foundation / Artists Rights Society (ARS), New York Koohek: Leon Huijssoon Buitenkant kerk: Gerard van der Sluijs Michaël beeld: Leo Huijssoon Stovenzetster: Museum Lakenhal Kansel: Leo Huijssoon Consistorie: Gerben Westerman Orgel 1: Leon huijssoon Orgel 2 en 3: Diana van Dijk Lams god: KIK/ IRPA Langste tafel van Zwolle: Hanna Merlijn gewelf: Leo Huijssoon